Oeps

Bij autobedrijf Smit heerst de gebruikelijke vrijdagmiddagbedrijvigheid. Piet Smit heeft een reputatie hoog te houden als het op service aankomt en streeft er altijd naar zijn klanten als het even kan hun auto vóór het weekend terug te bezorgen.
“Dré!” roept hij vanaf het bordes door de werkplaats. “Lever jij de auto van Leysink af?” Met een boog vliegt de sleutelbos door de lucht. “Daarna mag je meteen naar huis.”
“Alweer Dré?” Protest klinkt onder de driftig sleutelende monteurs. “Dan krijgt hij weer de vette fooi.”
Piet spreidt gelaten zijn armen. “Hij woont nu eenmaal dicht bij deze klant.”

Met een zachte klik reageert het zware portier van de Cadillac op de sleutel-met-afstandsbediening. Dit is niet een auto waar je zomaar instapt, maar een interieur waar je in plaatsneemt. Behoedzaam vlijt André zijn derrière in het zachte, cognackleurige connolly-leer. Hij mocht willen dat hij thuis zulke comfortabele zetels had: verwarmbaar en op duizend-en-een manier verstelbaar. Het kost hem al bijna tien minuten om zijn ideale, persoonlijke instelling te vinden.
Een rit in een auto als deze laat zich het beste omschrijven als ‘hemels’; moeiteloos neemt de limousine elke oneffenheid van het wegdek en strijkt ze glad tot een nauwelijks waarneembare, bijna hypnotiserende deining. En of dat nog niet genoeg is, is het vliegend tapijt ook nog uitgerust met een multikanaals audiosysteem waar menig audiofiel zijn vingers bij af zou likken. Terwijl Dré de voorgeprogrammeerde klassieke zender verwisselt voor wat swingender werk, bedenkt hij de langste route naar zijn eindbestemming. Hij heeft nog nooit zo weinig haast gehad om thuis te komen. Zelfs stilstaan bij het verkeerslicht is geen straf. De auto staat stil, maar Dré deint ritmisch mee op de beat en speelt luchtgitaar op de veiligheidsgordel.
Naast hem stopt een dertien-in-een-dozijn gezinsauto. De vrouw achter het stuur heeft zichtbaar moeite met het multitasken tussen haar telefoon en de veranderende verkeerssituatie. De kinderen op de achterbank moeten het even zonder haar aandacht stellen. Eén van de guiten op de achterbank grijnst naar André, hij is duidelijk aan het wisselen. Dré grijnst terug. De kinderen reageren onmiddellijk, er is immers niets zo leuk als een volwassene die gek doet. Onder het motto ‘het publiek tevreden houden’ steekt Dré zijn duimen in zijn oren en trekt de gekste grimas die hij in huis heeft. De koters liggen dubbel van het lachen.

Marianne zit gevangen in een strak dagschema: ze heeft Jonas en Tim opgehaald van de dagopvang, is onderweg naar de supermarkt en moet nog langs Vivianne om Sanne op te halen. En dan staat ze ook voor het langst durende rode verkeerslicht van Nederland. Er zit dus niets anders op dan wachten tot dat rotlicht eindelijk op groen springt, voordat haar planning definitief overhoop ligt.
Ze kijkt opzij. In de auto naast haar zit een jongeman met rossige krullen gekke bekken naar haar kinderen op de achterbank te trekken: hij zit met zijn duimen in zijn oren, kijkt scheel en trekt de scheefste bakkes die Marianne ooit heeft gezien. De auto is een statige, verlengde en verhoogde Cadillac stationwagen in stemmig grijs, met schuifgordijntjes achter de grote zijramen. Op de zijkant van de auto staat in een bescheiden, klassiek lettertype: ‘Leysink, voor een zeer persoonlijke benadering van uitvaarten, begrafenissen en stervensbegeleiding’.
De jongeman achter het stuur steekt zijn tong uit.

*elke gelijkenis met bekende personen, dood of levend, berust op louter toeval

Advertentie

Verijdeling

Vijf gepantserde busjes stopten in de steeg achter het Chinese restaurant. Als ninja’s verspreidden de leden van het anti-terreurcommando zich rond de achterzijde van het pand. Met handgebaren dirigeerde de leider zijn mannen de brandtrappen op; alle nooduitgangen waren gedekt. De actie voltrok zich met militaire precisie, in opperste concentratie wachtten de commando’s met automatische wapens en flitsgranaten in de aanslag op het teken.
Binnen enkele ogenblikken was de chaos van de verrassing voorbij en werden alle aanwezigen onder schot gehouden. Verstijfd zaten de bejaarden met het lijmpistool in de aanslag voor les twee van de Paasworkshop ‘hooihazen maken’.
Meneer Oostenbrink verloor van schrik zijn kunstgebit.

Trollen

Op het internet is het geen onbekend verschijnsel, de ‘trollen’. Wezens (let op: genderneutraal) die er op uit zijn om onrust te stoken in discussiegroepen. Op zich geen probleem, want het voordeel van het internet is dat je doorgaans iemand kan blokkeren en dus rigoureus uit je leven kan bannen. CTRL-ALT-DEL.

Maar ook in de echte wereld zijn ze al enige tijd onder ons, de trollen. Ze zijn zich aan het vermenigvuldigen en schuwen niet langer de openbaarheid. Het zijn de wezens die hebben bedacht dat bepaalde woorden en uitspraken, tradities en gebruiken kwetsend kunnen zijn voor sommige bevolkingsgroepen en derhalve moeten worden aangepast of afgeschaft.

Dat de Engelse uitgeverij Puffin en de Roald Dahl Story Company hebben besloten sensitivity readers in te zetten om de verhalen van de legendarische schrijver aan te passen omdat de woorden ‘kaal’, ‘dik’ en ‘lelijk’ kwetsend zouden kunnen zijn, is van een nieuwe orde. Waar een publicist voorheen aan de schandpaal werd genageld voor gepeperde, extreme uitingen, loop je nu als schrijver het risico door een ongelukkige, onschuldig bedoelde woordkeuze al op het digitale schavot te belanden. Godzijdank gaan Nederlandse uitgeverijen vooralsnog niet mee in deze gekte, want ik moet er niet aan denken dat ik als schrijver zo op eieren moet lopen. De wereld heeft immers ook omeletten nodig.

Die trollen moeten zo snel mogelijk een enorme schop onder hun lelijke dikke reet hebben, voordat de schade die ze aanrichten niet meer te overzien is. Ze hebben ‘Sailor’ van Sailor en ‘Net als in de film’ van Toontje Lager al gekuist en Lucky Luke moet het tegenwoordig zonder zijn onafscheidelijke saffie doen. En als we de trollen niet tijdig een halt toeroepen, slagen ze er straks nog in Obelix zijn enige bestaansreden – het total loss timmeren van Romeinen – te ontnemen. Hij zal ze zelfs niet eens meer met grove taal te lijf mogen gaan.
In oorlogsverhalen zullen duizend bommen en granaten worden vervangen voor (biologische) rotte tomaten en waterballonnen, en griezelverhalen mogen zich niet meer in het donker afspelen omdat dat te eng zou zijn.

Maar zolang RTL7 nog films uitzendt waar de explosies, kogels en andere goddamn motherfucking shit ons om de ass vliegt, is er nog hoop. En die sensitivity readers mogen hun gang gaan, op één voorwaarde: dat ze alle 250 miljoen reeds verkochte Roald Dahl-boeken terughalen en zelf aanpassen.

Fruit op mijn huid

Ik moet van mijn financieel adviseur – dat kleine mannetje in mijn hoofd met zijn hand op mijn knip – meer op de kleintjes letten dus kijk ik bij de buurtsuper geregeld in de aanbiedingenbak. Omdat dit voor mij nieuw terrein is heb ik een fles doucheschuim met een fruitluchtje aangeschaft. Per abuis, want ik hou helemaal niet van zeepproducten vermomd als ooft. Dan raken mijn zintuigen in de war. Als mijn neus een geur ontwaart die mijn hersenen associëren met fruit, krijgen mijn smaakpapillen een impuls die aanzet tot watertanden en gaat mijn maag in de ontvangststand.

Verzorgingsproducten met een fruittintje zijn onnatuurlijk. Er kunnen nog zo veel boomknuffelende, rechtsdraaiende mueslidenkers roepen dat perzik en citroen goed is voor je huid en komkommer een probaat middel tegen rimpels, voor mij blijven het producten voor inwendige consumptie. Ik zie mezelf geen appelmoes op mijn huid smeren of avocado in mijn resterende haar. Ik wil niet ruiken naar een fruitmand als ik op een afspraakje ga, tenzij het mijn bedoeling is de dochter van de groenteboer aan de haak te slaan. En als bier goed zou moeten zijn voor je haar, laat ik dit liever in de kroeg aanbrengen.

Ik vraag me trouwens af of Andrélon’s Kokos Boost nog wonderen kan verrichten voor mijn grijzende melkboerenhondenhaar…

De weg naar de Hemel

Het ging goed met de wereld, er was ruimte voor optimisme: acht banen asfalt moest de toestroom van nieuwe zielen vast en zeker aankunnen. Maar meer asfalt leidde tot meer verkeer, verhitte gemoederen en uiteindelijk agressie.

Nu staan de asfaltmachines langs de onvoltooide toegangsweg weg te roesten. Nieuwe zielen zullen hun plek in de Hemel als vanouds moeten verdienen: door blootsvoets het grindpad te nemen tot de bijna oneindige ivoren wenteltrap. Maar eenmaal boven gekomen zal de portier hen met open armen één voor één verwelkomen, opgelucht dat hem de stress van honderden gelijktijdig binnenstormende zielen bespaard is gebleven.

Potentie

Sinds zijn scheiding voelde hij zich helemaal vrij
zelfs boodschappen doen maakte hem intens blij
Hij kon weer eten wat hij het lekkerst vond
een genot dat Zij altijd in de weg stond

Steevast maakte ze zijn favoriete gerechten
tot onderwerp van verbale gevechten
Het was te duur, te dikmakend of te zoet,
of op een andere manier net niet goed

Pas na het eten van oesters, paling, kreeft en knoflook
was zijn libido weer helemaal op peil, maar ook
na al die aardbeien, asperges, eieren en schorseneren
begreep hij waarom ze klaagde over zijn matig presteren.